Het Vrije Volk

Het heimwee van Dick Schaap naar de jaren zestig wordt sterker naarmate hij ouder wordt. Het waren zijn gouden jaren als algemeen verslaggever van het dagblad Het Vrije Volk op het Hekelveld in Amsterdam. Nieuw-Guinea conflict, de kleine oorlog van Luns. De Praagse Lente. Aardbeving op Sicilië. Bandieten op Sardinië. De ramp met de olietanker Torrey Cannyon voor de Britse zuidkust. De zaak-Irene, haar huwelijk met een katholieke Spaanse prins. Het leek wel of hij in die jaren op de verslaggeverij altijd gepakt en gezakt heeft klaargestaan.

Vooraf ging een periode als rechtbankverslaggever in Haarlem als afsluiting van zijn opleiding, gevolgd door een overstap naar de Haagsche Courant na een conflict over de onthulling van een netelige kwestie. Bij de Haagsche Courant beleefde hij vrolijke jaren waarin alles op het gebied van reizen en reportages mogelijk was. De H.C. was één van rijkste provinciale bladen van Nederland. Eén van de hoogtepunten was een reportage over de kabeljauwvisserij op de Lofoten eilanden.

Age Scheffer, de algemeen chef der redacties van Het Vrije Volk, liet hem echter weten dat de krant in Amsterdam hem nodig had om een experiment met een ochtendblad te doen slagen. Deze transfer leverde hem binnen de kortste keren de promotie tot eerste klas verslaggever op met een vaak hilarische column op de voorpagina over een tocht als reisleider naar de Dolomieten met een bus van het reisbureau De Vrije Wereld. “We kunnen allemaal een goed artikel schrijven,” zei Klaas Voskuil, hoofdredacteur van HVV, “maar in het slagen van zo’n column heb ik geen moment geloofd.” De busreizigers zelf waren minder tevreden. Dick mocht zijn succes jaren later herhalen met een dagelijkse column op de voorpagina over de perikelen rondom het huwelijk van kroonprinses Beatrix met de Duitse prins Claus van Amsberg.

Een mooie scoop was zijn verslag van de ontsnapping naar Singapore van de bemanning van de door de Indonesische marine opgebrachte zeesleper Noord-Holland van Wijsmuller. Die ontsnapping doorkruiste het behoedzame diplomatieke overleg tussen Nederland en Indonesië over deze delicate zaak. Dick wist hoe ze waren ontsnapt en met welk passagiersschip ze vanuit Singapore op weg waren naar Genua. Hij had het geluk dat zij de trein namen en hij in Milaan het vliegtuig naar Schiphol kon halen. Op het moment dat de door een grote meute journalisten opgewachte trein Amsterdam binnenliep, rende Dick het perron op met een stapel kranten met zijn verhaal voor de bemanning van de Noord-Holland.

Het was niet altijd feest op de verslaggeverij. Menig ochtendje voelden de reporters als taxichauffeurs die te lang op een vrachie moesten wachten. Dan zaten ze bij koffie Karpershoek te kniezen, omdat er niets gebeurde en geen verslaggever voor iets bijzonders op pad werd gestuurd. Het was op zo’n ochtend in 1962 dat Dick de opdracht voor het verslaan van het conflict op Nieuw-Guinea voor HVV én de Vara al op zak had, maar er niets over mocht zeggen omdat de financiering van die onderneming nog niet rond was. Dick deed dapper mee aan het gekanker bij Karpershoek. Bij de terugkeer op de redactie kreeg hij het seintje dat hij zijn reis kon boeken. Er kon er maar één gaan. Door de keuze van die ene, ontstond bij de achterblijvers altijd het gevoel gepasseerd te zijn. Er steeg dan ook een gebrul op toen hij achteloos zei: “Kom ik ga de KLM bellen.” “Hij gaat de KLM bellen. Ja, hoor!” bouwde het gezelschap hem na. Maar het was waar. Hij vloog over de Noordpool via Anchorage naar Nieuw-Guinea en maakte zijn missie waar voor radio en krant. Daar viel voor de achterblijvers niets op af te dingen.